Wij denken dat we ons lichaam zijn. In onze cultuur ‘telt’ dat het meest. Daarom is het ook veel makkelijker om te vertellen dat je je been gebroken hebt, dan dat je een depressie hebt.
Op dit moment geef ik het vak Psychologie weer. En in ons boek worden twee mogelijkheden besproken Ofwel alles is materie: je brein, genen, hormonen, dna, elektrische stroompjes, eiwitten. Alles wat je denkt en voelt is in dat geval een ‘bijproduct” hiervan.
Ofwel er is een ingewikkeld samenspel tussen lichaam en ‘geest’. Dat lijkt al aannemelijker, bv bij het placebo-effect veranderen er lichamelijke zaken door wat je denkt.
Maar de derde mogelijkheid is in onze cultuur zó vreemd dat het niet eens opkomt bij de auteurs van mijn Psychologieboek om ‘m zelfs maar te noemen: “wij zijn bewustzijn”. Ik geef toe: het klinkt vreemd. Maar heb je dat gevoel niet bij: we zijn ons brein?
Ik zeg niet dat het ‘waar’ is: “wij zijn bewustzijn”. Maar ik vind wel dat je ’t als mogelijkheid als gedachtenexperiment zou moeten durven overwegen. Wat zou dat betekenen? Nisargadatta Maharaj zegt: je hoeft me niet te geloven, maar probeer eens een tijdje te leven álsof dit zo is’.
Er komt dan een lichtheid en speelsheid over de dingen. Je ervaart jezelf als een ‘hele ruime plek’ waarin alles zich laat zien: je gedachten, de dingen om je heen. Je reageert minder op de automatische piloot.
Soms zie je op een huis staan: “Beschermd door tijdelijke bewoning “. Dat is anti-kraak. Zou het met het lichaam net zo zijn: het wordt beschermd doordat het op dit moment ‘aangesloten is’ op je bewustzijn. En dat bewustzijn blijft bestaan op het moment dat ’t huis uiteindelijk toch gekraakt wordt.